Anders dan in Drenthe waar de bevolkingsgroei lang op een laag pitje stond, groeide de bevolking op de zuidelijke zandgronden sneller. In Brabant en Midden Limburg groeiden de esdorpen daarom sneller. Aan de rand van het dorp werden nieuwe boerderijen gebouwd langs uitvalswegen. Ook ontstonden dochternederzettingen van oude dorpen op de heidevelden. Namen als De Heikant, De Heuvel en Boskant komen bij veel Brabantse dorpen voor.
Soerendonk is een mooi voorbeeld van een kransakkerdorp, waarbij de boerderijen langs de straten als een spinnenweb in het landschap liggen. In veel dorpen zijn de akkers die vroeger door die boerderijen werden omringd inmiddels volgebouwd met woningen, maar de oude structuur is aan het onregelmatige wegenpatroon in deze dorpen nog goed te herkennen.
Bij Soerendonk ligt de beek, de Dommel in dit geval ten oosten van het dorp.
In tegenstelling tot in West Brabant, waar de grond over het algemeen vruchtbaarder was, bestond een boerderij uit enkele verschillende gebouwen met verschillende functies. Op de onvruchtbare zandgronden in Oost Brabant en Noord Limburg was echter de productie van mest ook erg belangrijk. De boerderijen hadden een potstal, en vanaf de 17e eeuw werden die vaak onder een dak gebracht: mensen, vee en wintervoorraad bevonden zich in een gebouw. Omdat het belangrijk was dat ieder gedeelte van de boerderij toegankelijk was, waren er verschillende deuren naast elkaar. In het traditionele hallehuis (met deuren aan de achterzijde) was daar geen ruimte voor, de zijmuur was te laag. Daardoor ontwikkelde zich in deze streek de langgevelboerderij, met een hogere zijgevel, waarin deuren pasten, waar een wagen doorheen kon. In Soerendonk is nog een aantal van zulke langgevelboerderijen te vinden.
Soerendonk ligt hier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten