In de late middeleeuwen is er vel strijd geweest om het vruchtbare mondingsgebied van de Weichsel, de grootste Poolse rivier. Rond 1600 wordt de Weichseldelta Pools, maar het omringende heuvelland is nog Pruisisch. Zowel Poolse als Pruisische leiders probeerden het door de strijd ontvolkte gebied weer bewoond te krijgen. Ze wierven beide mensen uit Holland om weer belastinginkomsten te kunnen genereren in het verwoeste gebied.
Die Hollanders waren vooral volgelingen van Menno Simons, een kerkhervormer, die de kinderdoop afwezen. Deze wederdopers kregen in Holland niet echt voet aan de grond en zochten daarom hun heil elders. In ruil voor de belasting, mochten ze zich in de Weichseldelta vestigen.
Ze namen kennis over landbouw en inpolderingen mee. Een van de fraaiste staaltjes van Hollandse techniek zijn de droogmakerijen ten zuiden van Elblag. Het dorp Markusy is hier een van de meest Hollandse dorpen. In de droogmakerij Jezioro (Pools voor meer), is nog een mennonietische kerk te vinden, tegenwoordig weliswaar in gebruik als stal, maar toch. Het landschap in deze droogmakerij lijkt verdacht veel op dat van de Schermer en Beemster droogmakerijen in Noord Holland: net zo recht en regelmatig.
Markusy ligt hier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten