Holten is in de Grote Bosatlas een voorbeeld van een flankesdorp. Het dorp is ontstaan onderaan de Sallandse stuwwal. Op deze hoge stuwwal lagen de heidevelden, waar de schapen graasden. Tegenwoordig is de stuwwal bebost. Tussen het dorp en deze heide, ligt de es van Holten, de Holterenk. De geschiktheid van de natuurlijke omstandigheden (vruchtbaarheid en waterhuishouding) bepaalden de ligging van dat akkerland. De andere landschapsonderdelen zijn daar vanaf geleid. Het dorp lag dichtbij de akkers, omdat die intensief werden bewerkt. Lagere en nattere delen van het landschap werden gebruikt voor het (rund)vee en de hooiwinning. Verderaf gelegen minder vruchtbaar land (vaak ook droog, of juist heel nat), werden als weidegebied voor de schapen gebruikt.
De Holterenk is nog duidelijk als bouwland aanwezig bij Holten. Dat is te danken aan de spoorlijn langs het dorp, die in 1888 werd aangelegd. Die was vervelend voor de boeren in het dorp, omdat de passage van de spoorlijn lastig was, maar de aanleg ervan heeft ook voorkomen dat de uitbreidingen van het dorp naar het noorden hebben plaatsgevonden. Een open es zoals bij Holten is voor een dorp van die omvang (9000 inwoners) daarom redelijk uniek te noemen.
Tegenwoordig is het toerisme in Holten een belangrijke sector. De stuwwallen ten noorden en zuiden van het dorp trekken veel wandelaars en fietsers. Er zijn diverse hotels, restaurants, campings en bungalowparken rond het dorp te vinden.
Holten ligt hier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten