vrijdag 30 september 2011

Nij Altoenae

Nij Altoenae is een dorp langs de Oude Bildtdijk in het noorden van Friesland. Friesland en Groningen zoals we dat nu kennen werden vanaf de Romeinse tijd steeds verder in stukken gebroken door zeearmen die langs riviertjes steeds groter werden. De Fivel in Groningen (waarlangs Middesltum en Usquert lagen), de Lauwers op de grens tussen Friesland en Groningen en de verbinding met het Flevomeer, waardoor de Zuiderzee tussen Holland en Friesland onstond (en West Friesland van het huidige Friesland werd gescheiden).
Friesland zelf werd ook nog eens in stukken verdeeld door de Middelzee die ontstond door het steeds verder verbreden van de Boorne, een riviertje van de zandgronden die tussen het huidige Ameland en Terschelling in zee kwam (dat zeegat heet nog steeds het Borndiep).

Vanaf de middeleeuwen werd de Friese Middelzee stukje bij beetje weer ingepolderd. Je vind hier geen terpdorpen (want er waren al dijken). Het laatste stuk van de Middelzee was het breedst. Door opslibbing werd het land hier steeds verder opgebouwd (denk aan to built in het Engels). Omdat het land geen eigendom was van de dorpen of gemeenten aan de oever, het lag er te ver vandaan, werd het gebied door de hertog van Saksen, die zich het gebied had toegeigend bedijkt, samen met vier Hollandse edelen. Deze Hollanders hadden door het terugwinnen van land dat bij de Elisabethsvloed (zie dorp van de dag Wieldrecht, 22 maart 2011) verloren was gegaan en het verdedigen daarvan ruime ervaring met het bouwen van dijken. Zij namen daarom mensen uit die streek mee, die de dijken bouwden en de dorpen stichtten: Wijngaarden, Altoenae en Kijfhoek. Later werden deze dorpen Sint Jacobiparoche, Sint Annaparochie en Lieve Vrouwenparochie gedoopt.
Nij Altoenae ontstond als een kleine kern ten noorden van Sint Annaparoche (Altoenae), toen 100 jaar later de Nieuwe Bildtdijk verder richting Waddenzee werd aangelegd. De vooruitgang in 100 techniek om sloten te graven blijkt bij Nij Altoenae mooi uit het verschil in verkaveling ten zuiden en ten noorden van het dorp. Langs de dijk bij Nij Altoenae staan grote boerderijen en kleine (boeren)arbeidershuisjes.
Officieel is Nij Altoenae een van de jongste dorpen van Nederland. Het kreeg pas een eigen dorpsstatus op 1 oktober 2006 en een eigen postcode in 2008. Morgen is Nij Altoenae dus vijf jaar!

Arbeidershuisjes langs de Oude Bildtdijk in Nij Altoenae
Nij Altoenae ligt hier

donderdag 29 september 2011

Usquert

Usquert  is een terpdorp in het noorden van Groningen, op dezelfde terpenrij op de kwelderwal van de vroegere Fivelboezem als Middelstum (maandag dorp van de dag). Het is een van de weinige plaatsnamen in Nederland waar de letter Q in voorkomt. Die Q is echter een beetje deftig gedoe. De dorpsnaam laat zich immers gemakkelijk ontleden in de delen Usk en Werd, waarbij Werd een verwijzing is naar Wierde, de Groningse aanduiding voor terp.

In de Grote Bosatlas wordt Usquert als voorbeeld van een terpdorp gepresenteerd. Ondanks het feit dat het dorp verder is gegroeid dan de kleine voorbeelden Uitwierde, Marsum en Biesum, die ook in de atlas staan is de radiaire structuur nog goed te herkennen.

Boven op de terp van Usquert staat de kerk. Het kergebouw stamt uit de dertiende eeuw, maar van de stenen waaruit de kerk is opgebouwd is door het pleisterwerk weinig te zien. Ook de toren, die in de 19e eeuw werd vervangen door een geogotisch exemplaar verhult de oude geschiedenis van de kerk op deze plek. Die begon al in negende eeuw, toen de missionaris Liudger hier een kerk stichtte. Liudger wordt ook wel de bisschop der Friezen genoemd, omdat hij in veel Friese dorpen kerken stichtte en het christendom bracht. Groningen viel in dit tijd onder Fries gebied. Een belangrijk verschil tussen de Groningse en Friese kerken uit die tijd is echter dat veel Groningse kerken in de 19e eeuw flink zijn verbouwd. De graanteelt bloeide in die tijd, waardoor daar veel geld voor was. In Friesland hadden de boeren zich in de terpdorpen zich toegelegd op de zuivelveeteelt.

Een ander beroemd gebouw in Usquert is het raadhuis, ontworpen door Berlage. Kennelijk ging het rond 1930 wat minder goed met de Usquerder economie, want toen de architect tijdens de bouw vond dat de torenklok wat hoger moest, wilde de gemeenteraad de kosten daar niet voor betalen. De architect deed dat toen maar zelf.


 
 Usquert ligt hier

woensdag 28 september 2011

Burgh

Burgh op Schouwen is een ringdorp. Daarvan komen er meer op Schouwen Duiveland en de rest van Zeeland voor. De ring is een min of meer ronde straat rond de kerk, waar de bebouwing aan is geconcentreerd. Op die ring komen naar buiten uitwaaierende straten uit. Vroeger was rond de kerk, behalve die straat vaak ook een gracht aanwezig, om het vee van de gewijde grond waar de kerk op stond te weren. In de meeste dorpen is die gracht gedempt, het stilstaande water fungeerde ook als open riool en leverde daardoor op den duur meer overlast dan nut op. Alleen in Dreischor en Noordgouwe is nog een gracht rond de kerk te vinden. De meeste ringdorpen ontstonden in de 12e eeuw, dus op het oudeland. Noordgouwe is jonger.
Burgh kent behalve de ring rond de kerk nog een bekende ring. Het dorp is namelijk ontstaan bij een ringwalburcht. Dat is een aarden wal, die als tijdelijk verdedingingswerk werd opgericht in de tijd van de invallen van de Vikingen (rond 900). Die ring is veel groter dan de ring rond de kerk. Behalve in Burgh zijn dergelijke ringwalburchten ook terug te vinden in Oost Souburg (Walcheren) en Aardenburg (Zeeuws Vlaanderen).

Net als Ruinerwold (dorp van de dag op 22 april 2011) heeft Burgh een perentraditie. De Burghse Ring is beplant met perenbomen. De oogst wordt per openbare veiling verkocht op de vooravond van de Burghse kermis. Dit jaar viel die op 17 september. Het is een goed perenjaar dit jaar. De opbrengst van de veiling was twee keer zo hoog als vorig jaar, en er waren peren bij van een halve kilo, aldus de PZC

Een mooie site met een overzicht en voorbeelden van Zeeuwse dorpsvormen vind je hier


Burgh ligt hier

dinsdag 27 september 2011

Wissenkerke

Wissenkerke is een dorp met ruim 1000 inwoners op Noord-Beveland in Zeeland.

In de dertiende eeuw bestond Wissenkerke al als parochie, maar bij een overstroming in 1352 gaat het dorp verloren en wordt het dorp verplaatst. Nog eens 180 jaar later wordt ook dat verplaatste Wissenkerke weer door stormvloeden geteisterd. De kerktoren stond nog jaren als een ruïne op de schorren van de Oosterschelde, maar is inmiddels ook verdwenen.

Rond 1650 worden in Zeeland veel verloren polders op de zee teruggewonnen. Zo wordt ook een nieuwe Wissenkerkepolder bedijkt. In de polder wordt volgens een planmatige opzet een nieuw dorp opgebouwd. Aanvankelijk was het dorp nog een haven toebedeeld, maar door het steeds dichtslibben van de toegang tot de haven, krijgt het dorp nooit een grote handelsfunctie. Bij verder inpolderingen rond het dorp verdwijnt ook de haven. De akkerbouw in op de jonge zeeklei floreert echter.


Wissenkerke ligt hier

maandag 26 september 2011

Grolloo (speciale, extra editie)

Grolloo is een dorp met ongeveer 800 inwoners, 10 km ten zuidoosten van Assen. Het is een mooi voorbeeld van een esdorp.

Ten zuiden van het dorp ligt het het Grolloërveen, een nat heidegebied, midden in de bossen van de boswachterij Grolloo. Dit gebied midden op het Drents Plateau heeft een vrij slechte afwatering, ondanks de relatief hoge ligging. De keileemafzettingen uit de voorlaatste ijstijd voorkomen dat regenwater snel wegzakt in de ondergrond en omdat het gebied vrij hobbelig is, stroomt het water ook niet snel weg. Het blijft in vennen en veentjes staan.
Dit hobbelige heideveld zorgde vroeger voor het ontstaan van plaatselijke mistbanken. De heide was door de vennen en moerassige veentjes daarom ook een gevaarlijk gebied om in de schemering door te trekken. Kinderen werden bang gemaakt met verhalen over reuzen en spoken, die zich hier zouden ophouden. De mistflarden werden daarom ook wel witte wieven genoemd.

Ook de aanwezigheid van grafheuvels versterkte de mystieke sfeer van de heidevelden. Een heideveld ten oosten van Grolloo met grafheuvels uit de bronstijd, zou daarom ook tussen de 9e en 14e eeuw een ontmoetingsplaats voor heksen zijn geweest. Volgens de website van het dorp zijn sterke energiebanen. Je zou er de blues van krijgen.
Over de blues gesproken. Vandaag overleed Harry Muskee, die jaren zijn blues repeteerde in een boerderij in het dorp, die in juni 2011 als museum is geopend. Grolloo kan daarom vanaf nu het Graceland van Drenthe worden.


De Grolsch fietsenrekken zijn geen toeval. Het toponiem Grolloo betekent groen bos, net als Groenlo (Achterhoek), waar de Grolsche bierbrouwerij ooit zijn oorsprong had.

Grollo ligt hier

Middelstum

Dit bericht is een samenvatting van het werkstuk van Bas Sandee, dat hij in 2009 maakte voor het vak Nederlandse Landschappen.

Middelstum is één van de oudste wierdendorpen van de provincie Groningen. Het is een typisch wierdendorp met een radiaire structuur en het ligt hemelsbreed vijftien kilometer ten noorden van de stad Groningen. Het dorp, dat tegenwoordig zo'n 2500 inwoners telt, maakt deel uit van een lange wierdenrij die van Usquert tot Lellens loopt. De wierden zijn ontstaan op de westelijke oeverwal van de trechtermonding van de Fivel. De hoogte van de wierde van Middelstum bedraagt 2 meter en 30 centimeter boven NAP.

In de jaren '70 van de vorige eeuw zijn tijdens graafwerkzaamheden aan de rand van het dorp archeologische vondsten gedaan uit omstreeks de zesde eeuw voor Christus. Hiermee is één van de vroegste nederzettingen van het gebied ontdekt. "Mitilistenheim" wordt echter pas voor het eerst genoemd rond de tiende eeuw in een lijst van kloostergoederen.

Bij het dorp bevonden zich lange tijd de borgen Asinga, Ewsum en Mentheda. Alle borgen werden grotendeels gesloopt in de 18e eeuw maar van Borg Asinga resteert het poortgebouw aan de rand van de vroegere dorpskern. Van Borg Ewsum is de onderbouw van de verdedigingstoren nog aanwezig. Meest opvallend is wellicht de Sint Hippolytuskerk (1445) dat op het hoogste punt van de wierd is gebouwd en vanuit de wijde omgeving niet te missen is.

Middelstum ligt, zoals de meeste wierdendorpen, aan een voormalige priel of waddenstroom. Het Boterdiep, zo'n voormalige priel, is in de zeventiende eeuw vergraven. Het Boterdiep heeft zijn naam te danken aan het transport van melkproducten. De dagelijkse aan- en afvoer van grondstoffen en producten via het Boterdiep blijkt dusdanig gunstig dat in 1895 de Stoomzuivelfabriek Middelstum word opgericht. Uiteindelijk bleek het vanwege de enorme groei nodig om een nieuwe locatie voor de zuivelfabriek te zoeken dat zowel aan het spoor, het vaarwater en het wegennet lag. De zuivelfabriek verhuisde daarom in 1921 naar het nabij gelegen Bedum, is tegenwoordig eigendom van FrieslandCampina en verwerkt nog steeds zuivelproducten in de vorm van kaas.

Er vinden als gevolg van de bodemdaling door aardgaswinning regelmatig aardbevingen plaats in de omgeving van Middelstum. De zwaarste aardbeving in de provincie Groningen tot nu toe had een sterkte van 3,5 op de Schaal van Richter en vond plaats in 2006. Het epicentrum van die aardbeving lag bij Middelstum.



Middelstum ligt hier


zaterdag 24 september 2011

Dorpen in het kleilandschap

Deze week 5 dorpen uit de (zee)kleilandschappen. De variatie aan dorpen op de zeeklei is groot. Voor de aanleg van dijken, die rond het jaar 1000 begon, werden boerderijen, kastelen en dorpen op terpen gebouwd. Daarvoor koos met de hoogste plaatsen in het natuurlijke kwelderlandschap, de zandige kwelderwallen.
De kloosters die een belangrijke rol speelde bij de bedijking van het land (vooral in het noorden van het land) ontstonden vanaf het jaar 1000. In het midden van veel terpen verscheen een kerk. Ook in Zeeland kreeg de kerk vaak een centrale plaats in de oude middeleeuwse dorpen. Latere nederzettingen in nieuwere polders werden rond een haven met voor en achterstraten gebouwd of langs de dijken. Ook ontstonden midden in de polders geplande dorpen met een regelmatig stratenpatroon.

vrijdag 23 september 2011

Vragender

Vragender is met een klein 700 inwoners het kleinste dorp in de gemeente Oost Gelre, een samenvoeging van Groenlo en Lichtenvoorde. In de Grote Bosatlas is Vragender uitgekozen als voorbeeld van een kernesdorp. Vragender is inderdaad een mooi voorbeeld daarvan, maar tegelijkertijd is het dorp vrij uniek. In de Achterhoek zijn kleine kernesdorpen niet algemeen. Door de relatief snelle bevolkingsgroei in de 19e eeuw (net als in Salland en Twente en op de Veluwe, maar weer minder snel dan in Brabant) vestigden veel keuterboeren uit de dorpen zich op de heide. Rond deze dorpen komen veel kampenontginningen voor. Dat zijn ontginningen van een of hooguit enkele boerderijen.  Het gemeenschappelijk eigendom en beheer van de essen, broeklanden en heide bleef daardoor eigenlijk alleen in Drenthe algemeen. In de omgeving van Vragender zijn ook veel van deze kampe-ontginningen te vinden.

Maar de dorpskernen groeiden vaak ook flink. De komst van spoorlijnen en fabrieken leidde tot een snelle groei van vooral de grotere  dorpen. Plaatsen als Lichtenvoorde, Winterswijk, Neede, Aalten en Varsseveld zijn daardoor veel sneller gegroeid dan Vragender en als esdorp minder eenvoudig te herkennen.

Vragender ligt hier

donderdag 22 september 2011

Holten

Holten is in de Grote Bosatlas een voorbeeld van een flankesdorp. Het dorp is ontstaan onderaan de Sallandse stuwwal. Op deze hoge stuwwal lagen de heidevelden, waar de schapen graasden. Tegenwoordig is de stuwwal bebost. Tussen het dorp en deze heide, ligt de es van Holten, de Holterenk. De geschiktheid van de natuurlijke omstandigheden (vruchtbaarheid en waterhuishouding) bepaalden de ligging van dat akkerland. De andere landschapsonderdelen zijn daar vanaf geleid. Het dorp lag dichtbij de akkers, omdat die intensief werden bewerkt. Lagere en nattere delen van het landschap werden gebruikt voor het (rund)vee en de hooiwinning. Verderaf gelegen minder vruchtbaar land (vaak ook droog, of juist heel nat), werden als weidegebied voor de schapen gebruikt.

De Holterenk is nog duidelijk als bouwland aanwezig bij Holten. Dat is te danken aan de spoorlijn langs het dorp, die in 1888 werd aangelegd. Die was vervelend voor de boeren in het dorp, omdat de passage van de spoorlijn lastig was, maar de aanleg ervan heeft ook voorkomen dat de uitbreidingen van het dorp naar het noorden hebben plaatsgevonden. Een open es zoals bij Holten is voor een dorp van die omvang (9000 inwoners) daarom redelijk uniek te noemen.

Tegenwoordig is het toerisme in Holten een belangrijke sector. De stuwwallen ten noorden en zuiden van het dorp trekken veel wandelaars en fietsers. Er zijn diverse hotels, restaurants, campings en bungalowparken rond het dorp te vinden.


Holten ligt hier

woensdag 21 september 2011

Soerendonk

Anders dan in Drenthe waar de bevolkingsgroei lang op een laag pitje stond, groeide de bevolking op de zuidelijke zandgronden sneller. In Brabant en Midden Limburg groeiden de esdorpen daarom sneller. Aan de rand van het dorp werden nieuwe boerderijen gebouwd langs uitvalswegen. Ook ontstonden dochternederzettingen van oude dorpen op de heidevelden. Namen als De Heikant, De Heuvel en Boskant komen bij veel Brabantse dorpen voor.

Soerendonk is een mooi voorbeeld van een kransakkerdorp, waarbij de boerderijen langs de straten als een spinnenweb in het landschap liggen. In veel dorpen zijn de akkers die vroeger door die boerderijen werden omringd inmiddels volgebouwd met woningen, maar de oude structuur is aan het onregelmatige wegenpatroon in deze dorpen nog goed te herkennen.

Bij Soerendonk ligt de  beek, de Dommel in dit geval ten oosten van het dorp.

In tegenstelling tot in West Brabant, waar de grond over het algemeen vruchtbaarder was, bestond een boerderij uit enkele verschillende gebouwen met verschillende functies. Op de onvruchtbare zandgronden in Oost Brabant en Noord Limburg was echter de productie van mest ook erg belangrijk. De boerderijen hadden een potstal, en vanaf de 17e eeuw werden die vaak onder een dak gebracht: mensen, vee en wintervoorraad bevonden zich in een gebouw. Omdat het belangrijk was dat ieder gedeelte van de boerderij toegankelijk was, waren er verschillende deuren naast elkaar. In het traditionele hallehuis (met deuren aan de achterzijde) was daar geen ruimte voor, de zijmuur was te laag. Daardoor ontwikkelde zich in deze streek de langgevelboerderij, met een hogere zijgevel, waarin deuren pasten, waar een wagen doorheen kon. In Soerendonk is nog een aantal van zulke langgevelboerderijen te vinden.



Soerendonk ligt hier

dinsdag 20 september 2011

Anderen

Anderen is een schoolvoorbeeld van een kernesdorp. In het centrum van het dorp ligt een brink. Met daaromheen een paar mooie oude boerderijen. Een van die boerderijen kwam in augustus in het nieuws, omdat hij afbrandde. Het was een van de oudste boerderijen in Noordwest Europa met gebinten uit de tweede helft van de veertiende eeuw. Het journaalitem daarover kun je hier bekijken.

Vanuit de brink waaieren een aantal straten uit naar de gronden rond het dorp, waar aan akkerbouw, hooiteelt en het weiden van schapen en runderen werd gedaan.

De omgeving van Anderen is een bijzonder gaaf oud cultuurlandschap. De beken die samen de Drentse Aa vormen, zijn er grotendeels nog oorspronkelijk in hun loop. Gekanaliseerde delen worden hersteld. Meer over het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentse Aa kun je hier lezen.

Bij Anderen zijn heel mooi de es (het bouwland) en de hooilanden bij de beek terug te vinden. Aan de overkant van het Anderse diep ligt een mooi oud heideveld: het Balloërveld, maar dat hoorde natuurlijk bij het naburige dorp Balloo. De Anderse heide is rond 1900 ontgonnen en nu akker- en grasland ten oosten en zuiden van het dorp.

Ondanks zijn slechts 300 inwoners is de gemeenschap een bloeiende dorpsgemeenschap met veel verenigingen en activiteiten.

 


Anderen ligt hier.

maandag 19 september 2011

Losser

Het dorp Losser is gelegen in het mooie Twentse landschap. Het is van oudsher een katholiek dorp.
Losser is gesticht aan de oevers van de rivier de Dinkel en was een belangrijk punt in de handel met Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog, dit gebeurde mede via de Dinkel. In Overdinkel (nabij gelegen dorp) zit een museum gevestigd genaamd het smokkelmuseum. Zeker het bezoeken waard!
Buiten het dorp ligt een Grote zandafgraving genaamd de Oelermars. Ze winnen hier het zand dat is neergestreken tijdens de Weichselien ijstijd. Er zijn toen verschillende soorten zand neergelegd, en ook vrij veel klei en leem. In het Dinkeldal ligt het bruikbare zand vrij aan de oppervlakte en dit maakt het makkelijk te winnen. In de toekomst zijn er nog grote plannen voor het gebied rond om de Oelemars. Voor meer informatie verwijs ik naar een door mij opgezette wikipediapagina over de Oelemars.

De Oelemars (foto Nick Beuving)


Losser ligt hier.

Dit bericht is gemaakt door Nick Beuving, die in 2010 voor een opdracht van de lerarenopleiding het Wikipedia lemma over de Oelemars heeft aangemaakt.

zaterdag 17 september 2011

Dorpen op het zand

Deze week op dorp van de dag 5 dorpen die op de zandgronden liggen. Op de zandgronden zijn nog veel oude bewoningsresten te vinden uit de prehistorie: hunebedden, grafheuvels en raatakkers. Ze liggen soms in de buurt van de huidige dorpen, maar vaker nog ver daarvandaan. De dorpen die we tegenwoordig als esdorpen kennen hebben een geschiedenis, die vaak ergens in de middeleeuwen begint. Je vindt ze in het noorden, oosten en zuiden van het land.

vrijdag 16 september 2011

Holland (Michigan, VS)

Holland (Michigan)

Holland is een stad in het westen van de Amerikaanse stad Michigan. De plaats heeft 35.000 inwoners, maar met de voorsteden in aangrenzende counties meegeteld zijn het er ruim 100.000.

Het dorp werd in 1847 gesticht door een groep immigranten uit o.a. Ommen. De migranten vertrokken om economische maar ook om politiek-religieuze redenen uit Nederland. Dominee Albertus van Raalte speelde een belangrijke rol bij de stichting van de gemeenschap. Binnen die gemeenschap profiteerde in grote mate van de godsdienstvrijheid in de VS in de 19e eeuw. Er zijn tegenwoordig 170 kerken in Holland.

In de cultuur van Holland is de link van de oorspronkelijke stichters van de plaats nog te herleiden. Er is een enkeling die nog Nederlands spreekt, maar er zijn wel Nederlandse woorden in het plaatselijke dialect overgebleven. Snert is er een van, wat ook aangeeft dat er culinair nog wat van de oude banden terug is te vinden.  En voor wie augurken als Hollands beschouwt. Dat klopt, in Holland staat de grootste augurkeninmakerij van de wereld (van Heinz).

Landschappelijk is er weinig Nederlands aan Holland. De rechttoe rechtaan verkaveling die grote delen van de VS kenmerken, vind je ook in de omgeving van Holland. Enkele plaatsnamen in de omgeving zoals Zeeland, Zutphen, Drenthe, Overisel en Graafschap herinneren op dezelfde manier aan de herkomst van de eerste bewoners. Verder is er jaarlijks een tulpenfestival. Kennelijk vonden de bewoners van Holland dit te weinig. In 1965 hebben ze daarom een 17e eeuwse Zaanse windmolen gekocht (die in 1889 al eens was verplaatst naar Noord Brabant), afgebroken en in Holland weer opgebouwd.



Holland ligt hier.

donderdag 15 september 2011

Wageningen (Suriname)

Het dorp Wageningen in het westen van Suriname heeft ongeveer 6000 inwoners. Het dorp was in de jaren ‘60 één van de meest welvarende dorpen in het land. Het dorp bestond toen nog niet zo lang. Het is namelijk voortgekomen uit de Stichting Machinale Landbouw, die in 1949 in Wageningen (Nederland) aan de landbouwhogeschool (nu universiteit) werd opgericht. In het begin van de jaren 50 werd 6000 hectare moeras ingepolderd om rijst te verbouwen. Er werd een dorp gebouwd met scholen, een ziekenhuis, fabrieken om de rijst te verwerken (drogen en pellen), een machinewerkplaats en een hotel. Net als het bekende hotel in Wageningen waar de Duitse capitulatie op 5 mei 1945 werd getekend “De Wereld” genaamd.

Knelpunten in de landbouwkolonie waren de onkruidbestrijding en het aanboren van stabiele markten voor de rijst, die van goede kwaliteit was.

Met de onafhankelijkheid van Suriname in zicht trokken de Nederlandse ingenieurs zich terug. Door de binnenlandse onrust aan het eind van de vorige eeuw, ging het steeds moeizamer met de rijstteelt. In 2005 ging de Surinaamse opvolger van de Stochting Machinale Landbouw failliet. Er zijn nu alleen nog kleine particuliere ondernemers die zich met de rijstteelt op de drooggemaakte akkers bezighouden. Het verkavelingspatroon van deze akkers is echter nog goed te herkennen in het landschap.



Wageningen ligt hier

woensdag 14 september 2011

Huis ten Bosch, Nagasaki (Japan)

Nagasaki in Japan heeft een bijzondere band met Nederland. Vanaf 1600 was deze plaats de enige plek waar Chinezen en Nederlanders als niet-Japanners werden toegelaten tot het land van de rijzende zon. Het eilandje Desima, waar dat gebeurde, was een haven, waar enkele tientallen schepen per jaar aanlegden. Ze brachten niet alleen goederen, maar ook kennis. Japanse artsen studeerden Nederlands om kennis te kunnen nemen van de Europese ontwikkelingen in de geneeskunde. Van Desima is tegenwoordig niet heel veel over. Het eiland is nog wel in de stad te herkennen, maar het is geen eiland meer. Er is een klein museum.

Deze geschiedenis heeft ertoe geleid dat de inwoners van Nagasaki in verhouding tot de rest van de Japanners erg open-minded zijn. Op onze reis door Japan in 1999 was het de enige plek, waar we gemakkelijk in gesprek met de mensen kwamen, bijvoorbeeld in een café. Dat een van de atoombommen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog juist op deze stad vielen is daarom misschien extra zuur.

Buiten Nagasaki ligt het themapark Huis ten Bosch. Een pretpark met allemaal Nederlandse bekende gebouwen op bijna werkelijke schaal nagebouwd (90%). Het ziet er aan de buitenkant allemaal behoorlijk natuurgetrouw uit, maar dat is schijn: Vanaf de Utrechtse dom gezien blijkt het allemaal beton. De binnenkant van de gebouwen is vaak een grote ruimte. Daarin bevinden zich verschillende 3D bioscopen etc. Wij bekeken er bijvoorbeeld een vliegreis door de tekeningen van Esher. Erg bijzonder. Een krijsende Japanner gaf commentaar: ooh, aah! In de aftiteling stond dat de voice over Edwin Rutten ("Ome Willem") was. De film was kennelijk ook een kopie van een kopie!

Dergelijke themaparken zijn er meer in Japan. De markt ervoor ontstaat door de afgelegen ligging van Japan ten opzichte van andere rijke cultuurgebieden en het beperkt aantal vakantiedagen dat Japanners hebben.

Behlave een pretpark is Huis ten Bosch ook een woonwijk. Aan gegraven grachtjes staan landhuizen als langs de Vecht, waar gefortuneerde Japanners wonen. Het type wijk dat de afgelopen 15 jaar ook in Nederland in veel plaatsen aan het water steeds meer te zien is.

De waterpoort van mijn geboorteplaats Sneek in Huis ten Bosch
Het stadhuis van Annemaries geboorteplaats in Huis ten Bosch, met op de achtergrond de Utrechtse Domtoren.

Huis ten Bosch ligt hier

dinsdag 13 september 2011

Borgo Ottomila (Italië)

Borgo Ottomila is een dorpje in de droogmakerij van het meer van Fucino, ongeveer 80 kilometer ten westen van Rome.
Het meer van Fucino is bekend als de oudste droogmakerij van de wereld. De Romeinen deden verwoede pogingen om het meer droog te maken. Onder keizer Claudius groeven 30.000 slaven elf jaar aan een bijna 6 kilometer lange tunnel door de omringende bergen, om het water weg te laten lopen. Het meer slonk erdoor van een oppervlakte van 140 km2 tot 90 km2. Onder keizer Hadrianus zorgde een nieuw kanaal ervoor dat het meer verder slonk tot een omvang van 57 vierkante kilometer. Maar het bleef tobben rond het meer. Rond het jaar 500 werden door een aardbeving de afvoerkanalen vernield en liep het meer weer vol.
In de negentiende eeuw had men in de omgeving van het meer te kampen met zeer wisselende waterstanden. Het wateroppervlak verschilde tussen enkele jaren soms wel 12 meter. Verder zorgen malariamuggen voor een vervelend woonklimaat. Een nieuw droogmaakplan werd daarom gelanceerd en in 1875 viel het meer onder een Zwitserse! ingenieur weer droog.
Tegenwoordig is het meer een akkerbouwgebied met veel suikerbietenteelt. Klimatologisch is het gebied bijzonder (droog, grote temperatuurverschillen tussen zomer en winter).  Ook nu is het gebied overigens nog steeds een risicogebied voor aardbevingen. De droogmakerij lag niet ver van de destructieve aardbeving in april 2009, waarbij 295 doden vielen in het L”Aquila.
In de hoek van de polder een grote radiotelescoop.




Borgo Ottomila ligt hier

maandag 12 september 2011

Markusy (Polen)

In de late middeleeuwen is er vel strijd geweest om het vruchtbare mondingsgebied van de Weichsel, de grootste Poolse rivier. Rond 1600 wordt de Weichseldelta Pools, maar het omringende heuvelland is nog Pruisisch. Zowel Poolse als Pruisische leiders probeerden het door de strijd ontvolkte gebied weer bewoond te krijgen. Ze wierven beide mensen uit Holland om weer belastinginkomsten te kunnen genereren in het verwoeste gebied.
Die Hollanders waren vooral volgelingen van Menno Simons, een kerkhervormer, die de kinderdoop afwezen. Deze wederdopers kregen in Holland niet echt voet aan de grond en zochten daarom hun heil elders. In ruil voor de belasting, mochten ze zich in de Weichseldelta vestigen.
Ze namen kennis over landbouw en inpolderingen mee. Een van de fraaiste staaltjes van Hollandse techniek zijn de droogmakerijen ten zuiden van Elblag. Het dorp Markusy is hier een van de meest Hollandse dorpen. In de droogmakerij Jezioro (Pools voor meer), is nog een mennonietische kerk te vinden, tegenwoordig weliswaar in gebruik als stal, maar toch. Het landschap in deze droogmakerij lijkt verdacht veel op dat van de Schermer en Beemster droogmakerijen in Noord Holland: net zo recht en regelmatig.






Markusy ligt hier

zaterdag 10 september 2011

Nederlandse dorpen in het buitenland

De landontginningsmethoden en patronen die in Nederland kenmerkend zijn, zijn niet helemaal uniek. Ook in het buitenland komen polders en droogmakerijen voor. Soms hebben Nederlanders de techniek meegebracht, maar soms is deze ook echt inheems. Deze week vijf voorbeelden van Nederlands aandoende dorpen elders in de wereld.

vrijdag 9 september 2011

Mûnein

Mûnein is nog mar kort een dorp. Omdat er geen kerk was, vond men het in Friesland geen dorp. De vereniging van dorpsbelangen vond echter de aanwezigheid van een café, een basisschool en vereniging voldoende redenen om bij de gemeente Tytjerksteradeel om de dorpsstatus te vragen. In 1948 werd die toegekend. Mûnein (Molenend) heeft tegenwoordig zo’n 700 inwoners.
Het dorp ligt in het noorden van Friesland, op de grens van de klei en de veenstreek. Maar in dit gebied tussen Leeuwarden en Dokkum zijn ook enkele flinke zandopduikingen. Het dekzand ter plaatse is maar dun en de keileem ligt dicht aan de oppervlakte. Bij graafwerkzaamheden komen daarom vaak zwerfstenen naar boven.
Dat gebeurde ook bij graafwerkzaamheden voor het natuurgebied Bouwepet, onderdeel van de ecologische hoofdstuctuur, waarbij op de plek van een stroomdal uit de ijstijd veel keien naar boven kwamen. Deze keien zijn verzameld en er is een eiland van gemaakt in de vorm van Scandinavië. Een grote zwerfsteen ligt buiten dit eiland op de plek waar het ten opzichte van deze “kaart” Mûnein ligt.




Mûnein ligt hier.

donderdag 8 september 2011

Laren (nh)

Laren is een dorp in het Gooi. De omgeving van Laren ligt door de stuwwal hoger dan de omgeving en was daardoor droger dan het moerassige land van Utrecht en Holland. Het gebied rond Laren was daarom in de steentijd al bewoond, er zijn schrapers van vuursteen gevonden, die dat aantonen. In de bronstijd waren en mensen van de klokbekercultuur die er grafheuvels hebben gebouwd, die nog steeds te zien zijn.
In de vroege middeleeuwen kreeg Laren een nog meer vaste bewoning. Boeren vestigden zich bij de eng, het Larense bouwland. Later werd de nederzetting verplaatst naar de Brink waar een drinkplaats voor het vee was. De Brink is tegenwoordig nog steeds het centrum van het dorp.
In de negentiende eeuw werd Laren door de komst van tram en trein goed bereikbaar voor rijke Amsterdammers. Deze lieden bouwden villa’s en ateliers in Laren. De rijke kunstenaars brachten het dorp de nodige roem. De kunstenaars trokken ook verzamelaars aan. Een van hen is de Amerikaan William Singer, die het dorp het bekende Singer Museum heeft nagelaten. Nieuwkomers rond 1900 bouwden veel  traditionelere landhuizen met een laag dak en een rieten kap.
De geologie van het Gooi is tentoongesteld in het Museum Hofland. Het museum komt voort uit de privéverzameling van een amateurgeoloog en wordt gerund door vrijwilligers. Behalve voor archelogie is er in het museum ruim aandacht voor regionale geologie. Er is een gesteentetuin en een geologische maquette van het Gooi en omstreken.





Laren ligt hier

woensdag 7 september 2011

Ratum

Ratum is een buurtschap ten oosten van Winterswijk, en daarmee het oostelijkste “dorp” van Gelderland. Er wonen ongeveer 370 mensen, een echte dorpskern is er niet. Ten zuidwesten van Ratum ligt de steengroeve van Winterswijk. Dit is een dagbouwmijn, waar voornamelijk kalksteen wordt gewonnen. De groeve werd in 1933 officieel geopend. De gesteenten die er aan het oppervlakte komen, werden in 1952 ontdekt, toen er een 120 meter diepe boring werd gedaan op zoek naar steenkool.
De belangrijkste delfstof in de groeve is dolomitische kalksteen. Dat is een magnesiumhoudend gesteente dat onderdeel uitmaakt van de Muschelkalk. Dit pakket gesteente is genoemd naar de vele schelpen die in de kalksteen voorkomen. De afzetting stamt uit het midden Trias, 240-236 miljoen jaar gelden. De kalksteen die er wordt gewonnen wordt vooral gebruikt als vulmiddel in wegverharding (asfaltwegen) en als kunstmest. Het gebied waar dit gesteente in het oosten van Nederland aan het oppervlakte komt, is maar klein. Door tektonische beweging in de aardkorst is een stuk gesteente van 200 meter breed en 3000 meter lang omhooggedrukt.
De groeve is vooral bekend door de fossielen die er gevonden kunnen worden. Iedere eerste zaterdag van de maand mogen amateurs fossielen zoeken. Mooie voorbeelden kunnen worden bekeken in het museum Freriks in Winterswijk. Meer over de groeve kun je ook vinden op de website van de Nederlandse Geologische vereniging afdeling Winterswijk en de site GeologievanNederland.






Ratum ligt hier

dinsdag 6 september 2011

Sint Jansklooster

Sint Jansklooster is een dorp met ongeveer 1200 inwoners in noordwest Overijssel. Sint Jansklooster is genoemd naar een klooster dat in 1399 werd gesticht door de blinde Johannes van Ommen. Het klooster werd in 1581 verwoest.
Sint Jansklooster ligt op de keileemopduiking van Vollenhove. Aan de andere kant van deze stuwwal ligt het stadje met die naam. Het dorp ligt daardoor hoger dan zijn omgeving, en was daardoor een geschikte plaats voor een watertoren. Deze watertoren is een oriëntatiepunt in het natuurgebied van de Wieden ten noorden en oosten van het dorp. De plassengebied ontstond door turfwinning en verder onder invloed van de wind. De geschiedenis en de natuur van De Wieden kunnen worden bekeken in het bezoekerscentrum van natuurmonumenten in Sint Jansklooster. Je kunt er onder andere een laarzenpad lopen en trilveen aan den lijve ondervinden.
Ten zuiden van Sint Jansklooster in het gehucht Heetveld (heideveld!) ligt een heel ander geologisch fenomeen: het geologisch monument De Zandkoele. In een kuil waar zand en leem werd afgegraven, zijn zwerfstenen verzameld en op een grote kaart van Scandinavië gelegd. Op die manier kun je de herkomst van de zwerfstenen zoals die in de keileemopduiking van Vollenhove zijn gevonden bekijken. Wat opvalt, is, dat de stenen afkomstig zijn uit zeer verschillende gebieden in Noorwegen, Zweden en Finland. Dit wijst erop, dat de stromingen van het ijs in de Saale ijstijd zeer complex zijn geweest. In een van de wanden van de Zandkoele is een bodemprofiel te bekijken, met de gelaagdheid van de bodem, maar ook met verschijnselen vorstwiggen uit de laatste ijstijd.

Sint Jansklooster ligt hier

maandag 5 september 2011

Vijlen

Vijlen is een dorp met ongeveer 1500 inwoners in de gemeente Vaals. Het dorp ligt op ongeveer 200 meter hoogte en is daarmee het hoogst gelegen dorp van Nederland.
Onder Vijlen valt het gehucht Cotessen, waar de Heimansgroeve te vinden is. In deze groeve komt gesteente uit het Carboon aan het oppervlakte. Het is daarmee geologisch het oudste stukje Nederland, 270 miljoen jaar oud. In de dalwand van de rivier de Geul komt hier leisteen en kolenzandsteen aan het oppervlak werd een groeve gemaakt om steen voor wegverharding te winnen, er is ook gezocht naar steenkool, maar dat werd niet gevonden.
De groeve is genoemd naar Eli Heimans, die er in 1910 fossielen ontdekte en die noemde in zijn boek “Het Krijtland” dat 100 jaar geleden werd gepubliceerd. Heimans, geboren en als onderwijzer opgeleid in Zwolle, was een van de eerste vooraanstaande natuuronderzoekers en –beschermers in Nederland, samen met Jac. P. Thijsse. Samen richtten zij in 1905 de vereniging Natuurmonumenten op.
Er is rond Vijlen nog meer te beleven. Ten zuiden van het dorp ligt het Vijlenerbos, het grootste aaneengesloten bos van Zuid Limburg. Het bos bedekt 200 hectare plateau en 450 hectare hellingen. Het vele reliëf, met hoogteverschillen tot 100 meter op korte afstand, zijn uniek in Nederland. Verder bevinden zich in het bos grafheuvels van 3500-5000 jaar oud.

Vijlen ligt hier.

zaterdag 3 september 2011

Dorpen met een bijzondere geologie

Dorp van de dag gaat weer in de lucht. De komende weken zal de inhoud van het blog verband houden met het Nederlandse Landschap. De thema's sluiten aan bij de landschappen waar ik de eerstejaars studenten van de lerarenopleiding aardrijkskunde in Zwolle mee laat kennismaken.

Deze eerste week is dat de algemene ondergrond van Nederland. Er zijn verschillende plaatsen waar aardkundige waarden in het landschap worden gemarkeerd door geologische monumenten en musea. Deze week op dorpvandedag 5 dorpen met zo'n fenomeen.