donderdag 30 juni 2011

Zenderen

Zenderen
Zenderen is een dorp tussen Almelo en Borne in Twente. Het dorp is in de middeleeuwen als esdorp ontstaan en de naam is mogelijk afgeleid van sintels, ijzeroerkluiten, die in de grond worden gevonden. Of er werkelijk ijzer is gewonnen in de omgeving is niet bewezen.
De redacteur heeft als oud-leraar van een school vallend onder de Stichting Carmelcollege een verrassende band met het dorp. In 1956 vestigden Karmelieten uit Boxmeer (Dorpvandedag op 11 oktober 2010) namelijk een klooster in het dorp. Aan dat klooster werd een priesterschool gestart, die later ook voor niet religieuze leerlingen werd opengesteld. Vanuit het klooster ontstonden ook kloosters in Oldenzaal, Hengelo, Almelo en Enschede.
Vanuit de scholen aan die kloosters verbonden ontstond in 1922 de Stichting Carmelcollege. Aanvankelijk nog als verlengstuk van de kerk, maar door een formele ontkoppeling van kerk en school en diverse fusies hebben van de stichting inmiddels een organisatie gemaakt met 50 schoollocaties, nog steeds vooral in Twente, maar ook in andere delen van het land. In Zenderen is er nog steeds een herinnering aan de kiem van deze stichting in de vorm van een standbeeld van De Karmeliet.
Het klooster is er ook nog steeds en gaat met zijn tijd mee. Het fungeert als een centrum van en voor spiritualiteit met cursussen en bezinning voor mensen met van binnen en buiten de Karmeltraditie. Men probeert zich daarbij te richten op groepen die in de knel dreigen te raken en jonge mensen. Nog steeds op de bres voor emancipatie en verantwoord onderwijs.
Zenderen vooruit dus. De sportclub Zenderen Vooruit voetbalt in de vierde klasse KNVB op zondag. De vereniging heeft ook een handbal en een tennisafdeling.

 
Zenderen ligt hier

woensdag 29 juni 2011

Angerlo

Angerlo is een rustig dorp onder de rook van Doesburg. Hoewel rustig,… Rond het midden van de jaren negentig waren er relatief veel woninginbraken in het dorp, waardoor men buurtpreventie heeft ingeschakeld. Bij deze vorm van toezicht zijn bewoners van een wijk extra oplettend en rapporteren aan de wijkagent wat hen opvalt in de wijk. Daardoor wordt het veiligheidsgevoel en de sociale cohesie in de buurt vergroot.
Met die sociale cohesie zit het in dit dorp dat overigens tegenwoordig bij de gemeente Zevenaar hoort, wel goed. Er is een uitgebreide halfvastenoptocht. Kennelijk vinden ze het in Angerlo met carnaval te koud voor deze buitenactiviteit. En naast de voetbalclub is er ook een gymnastiek- en volleybalvereniging, DES.
Angerlo ligt tegenwoordig enkele kilometers van de IJssel, maar lag vroeger stijf tegen de rivier. De bocht van de IJssel waar Angerlo aan lag is echter afgesneden, maar de loop is bij de Mariendaalse weg en Het Klooster nog wel in het landschap te herkennen. Hoewel de IJssel ter plekke is verdwenen zijn er nog wel vissen! Aan Het Klooster is namelijk de Koi Stal gevestigd. Dat is geen verbastering van Koeienstal (of misschien ook wel), maar een bedrijf dat Koi uit Japan importeert.
Angerlo Vooruit speelt vierde klassen KNVB op zondag.

 
Angerlo ligt hier

dinsdag 28 juni 2011

Enter

Enter
Enter is een kransakkerdorp in Twente. De boerderijen zijn er rond een hoger gelegen enk (es) gebouwd, waardoor het oude dorp een langgerekte vorm had. Door moderne woningbouw is het dorp echter flink gegroeid en daardoor is deze structuur tegenwoordig minder duidelijk uit het kaartbeeld af te leiden.
Hoewel vrij ver in het achterland gelegen, heeft Enter een geschiedenis van scheepsbouw. De Enterse schippers voeren met zogenaamde zompen, die op rivieren als de Regge, maar ook in de Achterhoek op de Berkel werden gebruikt. De zompen worden gekenmerkt door een geringe diepgang. Dat was noodzakelijk door de wisselende waterstanden in de van regenwater afhankelijke rivieren in dit deel van Nederland. De schippers voeren vaak niet verder dan de IJsselsteden Zwolle en Zutphen en ze hadden traditioneel een haat-liefde verhouding met de boeren langs de Regge, omdat ze vaak tegenovergestelde belangen hadden bij het handhaven van de waterstand. Aan de andere kant voorzagen de boeren ze ook van vracht.
Vanaf de negentiende eeuw neemt de zompvaart af. Enter kwam niet een spoorlijn of kanaal te liggen en heeft zich daardoor niet industrieel kunnen ontwikkelen zoals omringende plaatsen als Goor, Rijssen, Nijverdal, Almelo en Wierden. De kleinschalige Enterse textielindustrie die er wel was ging door de schaalvergroting in die plaatsen zelfs ter ziele. Het leidde tot een nieuwe bedrijfstak: behalve het dorp van zompen is Enter het dorp van klompen. Rond 1900 waren er in Enter ongeveer 200 klompenmakerijen met 300 klompenmakers. Vaak waren het boeren die het klompenmaken als bijverdienste deden. In Enter is dan ook een museum aan de klompenmakergeschiedenis gewijd.
De voetbalclub Enter Vooruit speelt in de tweede klasse van de KNVB, op zaterdagen, in witte shirts.

Enter ligt hier

maandag 27 juni 2011

Oirschot

Oirschot
Oirschot is een dorp in Brabant. Behalve een kazerne is het dorp bekend vanwege enkele landelijk opererende bedrijven zoals Heras Buitenbeveiliging (hekwerken) en De Meeuw, een fabrikant van tijdelijke gebouwen.
Maar de anthentiekste industrie van Oirschot is ongetwijfeld de meubelindustrie. Cornelus Jacobus Teurlincx een dorpeling die in de negentiende eeuw naar de VS emigreerde kwam later weer terug en begon daar een fabriek in Amerikaanse stoelen, banken en tafels, die helemaal van hout gemaakt werden. In het begin van de 20e eeuw waren er al acht meubelfabrikanten, die zich verenigden en samen de RK Vereeniging van fabrikanten van Oirschotse stoelen oprichtten. De firma Meeuwis was de belangrijkste fabrikant van deze stoelen.
In het centrum van Oirschot staat ter ere van deze industrie een voorbeeld van de typisch Oirschotse Stoel op reuzenformaat (schaal 5:1). In 2009 is deze vervangen door een nieuw exemplaar. De oude stoel van Meeuwis was versleten. Een speciale stichting onder voorzitterschap van Piet Hein Meeuwis – kleinzoon van initiatiefnemer Piet van de eerste stoel – had zich maandenlang beijverd om de Oirschotse gemeenschap een nieuw exemplaar aan te bieden. Met de nieuwe stoel kunnen ze in Oirschot weer even vooruit.
Oirschot Vooruit is de voetbalclub van het dorp en speelt in de vierde klasse KNVB op zondag.
Voorts heeft Oirschot net als het niet ver van het Dorpvandedag Hilvarenbeek (7 maart 2011, Pezerikengat) een Vrijthof.
Meer over de geschiedenis van Oirschot lees je in de Canon van het dorp.

 

Oirschot ligt hier

zondag 26 juni 2011

Dorpen die vooruit willen

Met het warme weer van begin deze week is het tijd voor zomeravondvoetbal, met vaders langs de lijn: hup! Forza! En hoevel Forza Italia van een voetballeus een politieke partij is geworden, is slaat deze aanmoedigingsvorm in Nederland niet aan. Een club met de naam Hup Ons Dorp ben ik niet tegengekomen. Wat in de buurt komt is: Ons Dorp Vooruit. Klinkt wat ouboliger, maar heeft toch min of meer dezelfde strekking. En er zijn er nog redelijk wat. Deze week daarom vijf dorpen met een "Vooruit" voetbalclub.

vrijdag 24 juni 2011

Blokzijl

Allereerst, hoe klein ook, Blokzijl is een stad. De plaats kreeg speelde een belangrijke rol als vesting aan de oostkust van de toenmalige Zuiderzee. Blokzijl werd in de tachtigjarige oorlog door Diederik Snoey, burgemeester van Enkhuizen, gekozen als steunpunt voor de Staatse schepen. De sluis (zijl) die er al was, werd versterkt,  Blokzijl dus.
Dei sluis was gebouwd aan de monding van de Steenwijker Aa. Dit riviertje dat tussen Steenwijk door een laaggelegen moerassig achterland liep, dreigde anders te overstromen bij westerstormen. Het venige achterland langs de Steenwijker Aa, werd in eerste instantie ontgonnen als landbouwgebied. Door veel parallelle sloten te graven, lukte het dat moeras toegankelijk te maken en er landbouw te bedrijven. Door de grote vraag naar brandstof in de steden, werd echter ook steeds meer land afgegraven om er turf van de maken. Daarbij ontstonden de Wieden en de Weerribben. Deze gebieden zijn nu vooral bekend als natuurgebied. De ertussen gelegen polders Wetering en Giethoorn gingen helemaal in de golven op en werden in de 20e eeuw weer drooggemaakt. De oorspronkelijke loop van de Steenwijker Aa is niet meer exact in deze droogmakerij terug te vinden, maar komt in grote lijnen overeen met het huidige Steenwijker diep. De Turf die in de kop van Overijssel werd gemaakt, werd voor een belangrijk deel afgevoerd door Blokzijl.
Blokzijl maakt echter zelf geen deel uit van het veengebied. Een strook van ongeveer twee kilometer breed langs de vroegere kust, moet gezien worden als zeepolder. De verkaveling is er onregelmatig (dus oud). Dat het gebied ook na de aanleg van de zeedijk nog vaak onderliep is te zien aan de vele kolken of wielen achter de dijk. Bij een dijkdoorbraak ontstond een diep kolkgat, waar na de storm de dijk omheen werd gelegd. De kolk was eenvoudig te diep om te dempen. De vele bochten in de dijk om de ronde meertjes herinneren daar nog aan.
Blokzijl kent ook koren. Het Groot Blokzijls Piraten koor maakt veel en hard geluid, Bloxy Music is wat repertoire te vergelijken met On Cue. Stemmen op het Overijssels Volkslied van On Cue of een van de andere inzendingen kan hier nog tot 30 juni.

 
Blokzijl ligt hier.

donderdag 23 juni 2011

Zalk

Zalk

Zalk is een rustig dorp op de linkeroever van de IJssel, en samen met Welsum en Kamperveen (en de stad Kampen) het enige dorp dat voor de meeste Overijsselaren over-de-IJssel ligt.
Het dorp ligt in het rivierkleilandschap van de rivier waaraan Overijssel zijn naam ontleend. De IJssel kent een bewogen geschiedenis. Het is afwisselend een zelfstandige rivier geweest, die ontsprong in Westfalen, maar vaak ook een zijtak van de Rijn, die dan eens ter hoogte van het huidige Wesel aftakte, dan weer eens verderop, zoals nu bij Arnhem.
Van die verbinding met de Rijn heeft de IJsselstreek veel voordeel gehad. Door de opbouw van oeverwallen met zand en klei in de periode na de laatste ijstijd, ontstonden relatief hooggelegen woonplaatsen in een vruchtbare omgeving. En door de verkeersmogelijkheden konden steden als Zwolle, Hasselt en Deventer uitgroeien tot Hanzesteden. Ook dorpen profiteerden mee. Er was veel klei om bakstenen te bakken en kwalitatief goede huizen te bouwen, maar alsof dat nog niet genoeg was, werd via het water ook nog bouwmateriaal uit Duitsland aangevoerd. Zo is de Sint Nicolaaskerk (schutspatroon van zeelieden) gebouwd van tufsteen uit het Eifelgebergte in Duitsland die werd uiteraard via de Rijn en de IJssel aangevoerd.
Zalk heeft een actief verenigingsleven met onder andere een muziekvereniging en de koren. En er is ook een volkslied van het dorp. Of die koren meedoen aan de wedstrijd van de provincie, die deze week het thema van dorp van de dag is, blijft nog even spannend. Stemmen op het Overijssels Volkslied van On Cue kan in elk geval hier. Het dorp is ook erg actief erg actief op internet om het leukste dorp van Overijssel te worden,in een wedstrijd van RTV oost. Links daarover vind je hier.

 

Zalk ligt hier

woensdag 22 juni 2011

Buurse

Buurse
Buurse ligt ten zuiden van Enschede en is een dorp met ongeveer 1500 inwoners. Vlakbij Buurse ligt het Buurserzand. Dit natuurgebied is in zekere zin een gevolg van landschapvernietiging in de afgelopen eeuwen. Om aan voldoende mest te komen voor hun akkers (de enk), lieten de boeren hun schapen op de hei grazen. De mest die ’s nachts in de stal werd opgepot, werd vermengd met strooisel, die van diezelfde heide werd gehaald. Zo verschraalde het heidegebied. Soms verdween de begroeiing helemaal, waardoor het zand bloot kwam te liggen en kon gaat stuiven. Daardoor ontstonden duinen. Later zijn stuifzandgebieden in Nederland om de verstuiving te stoppen vaak bebost. Bij Buurse gebeurde dat nauwelijks, de verstuiving stopte door de begrazing te verminderen. Het werd in tegenstelling tot veel andere vroegere heidegebieden in de 19e eeuw echter niet ontgonnen tot landbouwgrond.  Dat dat bij Buurse niet gebeurd is, is de danken aan de textielfamilie Van Heek, die het gebied in bezit had en gebruikte als jachtgebied. Toen het omringende land in landbouwgrond werd omgezet, bleef het Buurserzand daarom natuur. In 1929 droeg te familie het gebied over aan natuurmonumenten. Het Buurserzand wordt onder andere gekenmerkt door het voorkomen van jeneverbesstruiken. 
Ten zuiden van het Buurserzand stroomt de Buurserbeek. Van deze beek is bekend dat hij rond 1400 werd aangesloten op andere bekenstelsels in Salland, om meer water te krijgen in de op die manier gevormde Schipbeek. Deze beek die bij de Hanzestad Deventer in de IJssel komt, werd daardoor over grotere afstand bevaarbaar, wat de betekenis van Deventer voor het achterland kon vergroten. Aanvankelijk had de beek ook nog enige betekenis voor de beginnende textielindustrie in Twente, maar dat eindigde snel, toen de eerste spoorwegen en later het Twentekanaal werden aangelegd.
Buurse wordt in het Overijssels Volkslied van On Cue bezongen verder bezongen door de ligging aan de grens met Duitsland.



Buurse ligt hier

dinsdag 21 juni 2011

Tuk

Tuk is een dorp onder de rook van Steenwijk. Het dorp heeft ongeveer 1500 inwoners.
Tuk ligt aan de voet van de Woldberg, een van de grootste keileembulten van Nederland. De noordwestkant van het dorp ligt ongeveer 15 meter boven zeeniveau. De keileem ontstond in de ijstijd onder het gewicht van het ijs. Zand en leem werden vermalen en gekneed tot een dichte massa, die slecht waterdoorlatend is. Toen het ijs zich aan het eind van de ijstijd smolt, verdween het niet in een keer. In koude fasen van de ijstijd breidde het ijs zich weer uit en schoof de afzettingen die voor het ijsfront lagen voor zich uit. Op plaatsen waar het ijs al was geweest, was dat dus keileem.
De keileembulten zijn minder hoog dan de stuwwallen, zoals bij Hellendoorn, omdat het materiaal over een kortere afstand is verplaatst. Door de slechte doorlatendheid, verliezen ze echter ook minder water dan de hoge stuwwallen, waardoor ze in de zomer niet te droog zijn voor landbouw.
De relatief hoge ligging van de keileembult maakte het een geschikte plek voor de watertoren die tussen Tuk en Steenwijkerwold staat.
Verder is Tuk bekend van het mannenkoor Karrespoor. Dit koor, dat ontstond in café de Karre toen de jukebox eens de geest gaf, scoorde in 1991 een hit met het nummer Mooi Man. Na 20 weken in de top veertig eindigde het op nummer twee van het jaaroverzicht van dat jaar. Mogelijk een geduchte concurrent voor On Cue? We wachten met spanning de inzending af. Stemmen op het Overijsselsvolkslied van On Cue (en misschien wel dat van mannenkoor Karrespoor?) kan hier.




Tuk ligt hier

maandag 20 juni 2011

Hellendoorn

Hellendoorn ligt in het oudste landschap van Overijssel. Het is een enkdorp (esdorp) aan de voet van de Hellendoornse berg, die in de voorlaatste ijstijd ontstond. Voor die ijstijd was het al koud in Nederland. ’s Winters vroor en sneeuwde het, in de zomer voerden rivieren grote hoeveelheden smelt en regenwater af. Omdat er minder begroeiing was namen de rivieren in de zomer ook veel grind en zand mee. In de herfst, als het weer ging vriezen, bleven die afzetting liggen en verstopten de rivierloop, waardoor in het voorjaar vaak nieuwe geulen ontstonden. Toen het nog kouder werd, duwde het ijs deze pakketten zand en grind op tot hoge stuwwallen. Behalve de Sallandse heuvelrug is ook het noordoosten van Twente zo gevormd.
Hellendoorn ontstond op de flank van deze stuwwal als enkdorp. Het bos op de heuvelrug werd als weidegebied gebruikt, en verdween door overbegrazing, waardoor heide overbleef. In recente tijd is de heuvel weer bebost. Lager op de helling, bij het dorp legden boeren akkers aan. Nog lager, langs de Regge vind je wei- en hooilanden.
Hellendoorn is vooral bekend geworden door Avonturenpark. Verder heeft Hellendoorn een ijsfabriek, vroeger van Caraco, nu van Unilever (Hertog en Ola). Hellendoorn heeft haar naam geschonken aan de gemeente waar het in ligt, maar is niet de grootste plaats. Daar waar de stuwwal wordt doorsneden door de spoorlijn Zwolle-Twente, ontstond in de 19e eeuw Nijverdal. Door zijn verkeersligging en textielindustrie groeide dit dorp uit tot het grootste van de gemeente.
Hellendoorn wordt in het Overijssels Volkslied van On Cue bezongen door de tenoren en de bassen. Stemmen op het Overijsselsvolkslied van On Cue kan hier. In Hellendoorn zingt men samen met mensen uit Nijverdal in het popkoor Popkorn.




Hellendoorn ligt hier.

zondag 19 juni 2011

Dorpen uit het Overijssels volkslied

De provincie Overijssel wil een nieuw volkslied en heeft op een website een wedstrijd uitgeschreven voor een modern lied. Koren kunnen er hun inzending plaatsen. On Cue, het koor van de redacteur van dorpvadedag doet ook mee. We hebben een lied ingezongen, waarin veel Overijsselse dorpen en steden worden bezongen en daarbij een mooie clip opgenomen. Je kunt op de website stemmen voor het volkslied van je voorkeur. Als lezer van dorpvandedag vraag ik je natuurlijk een gunst: stem! Op ons! Als tegenprestatie deze week vijf plaatsen die in het lied worden bezongen.

Overijssel kent een rijke landschappelijke variatie, stuwwallen, keileemgebieden, dekzand en stuifzand, rivierklei, zeeklei, veengebieden en droogmakerijen. Ze komen allemaal voorbij deze week.

vrijdag 17 juni 2011

Kockengen

Kockengen is een mooi dorp in het Utrechtse veenweidegebied. In de middeleeuwen raakte dit gebied bewoord, doordat de Utrechtse bisschop verguninningen uitgaf aan groepen boeren die het veengebied binnen vastgestelde maten mochten ontwateren en ontginnen. Deze cope-ontginningen komen in het Groene Hart van de Randstad veel voor. Kockengen is er een mooi voorbeeld van.
De naam Kockengen komt van het Franse Cocagne, oftewel Luilekkerland. Een plaats waar je niets hoefde te doen om aan eten te komen. Mogelijk werd deze naam bedacht om reclame te maken voor nieuwe participanten in de ontginning, het zou er goed toeven zijn. Hetzelfde is eeuwen later ook toegepast in Koekange in zuidwest Drenthe, waarvan de naam dezelfde oorsprong heeft. Niets was echter minder waar. De van oorsprong Franse kolonisten die zich hier vestigden, konden hier niet leven als een god in Frankrijk. Er moesten sloten gegraven worden, en toen het land beter ontwaterd was, klonk het in, waardoor volgende generaties kaden, dijken, sluizen en molens moesten bouwen om de voeten droog te houden. In plaats van akkerbouw moest met overschakelen op grasland.

Rond 1400 werden grote weteringen gegraven (bijv. De Bijleveld) om het gebied van z’n overtollige water te ontdoen. Het leverde Kockengen in elk geval ook goede vaarverbindingen op met de Oude Rijn en de Vecht. Bovendien heeft het dorp daardoor in het centrum een dubbele wetering, wat een mooi dorpsbeeld oplevert, de kern ligt tussen twee wateren ingeklemd.
Een bijzonder fenomeen vinden we aan de zuidzijde van Kockengen. Daar staat de Kockengense Molen, een wipmolen, zoals er zoveel in Holland staan. Maar de molen staat niet netjes aan de hoger gelegen wetering, die het water uit de polder afvoert. Er is een vaart gegraven (en tussen dijken gelegd) om de molenaar van voldoende wind te verzekeren. Eenzelfde truc is later in de 17e eeuwse droogmakerijn in Noord Holland (m.n. de Schermer).
Je kunt in Kockengen kamperen op boerderij ‘t Hazenveld.

Kockengen ligt hier

donderdag 16 juni 2011

Eersel

Eerstel is een van de acht zaligheden, de aanduiding voor acht dorpen in de Nederlandse Kempen. De andere zaligheden zijn Duizel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wintelre. De plaatse liggen op of in de buurt van een militaire route die van belang was tijdens de Belgische Revolutie in 1830. De Hollandse militairen die hier gelegerd waren, vonden het maar een armzalige streek.  De naam komt dus eigenlijk van armzaligheden.

Lang was de streek ook een gebied van arme boertjes. Eerder was Bergeijk al een keer dorp van de dag. Net als in dat dorp, trokken ook de bewoners van Eersel erop uit om elders handel te drijven. Deze teuten bouwden vervolgens relatief aanzienlijke huizen in het dorp. Een aantal ervan zijn aan de Markt nog te bewonderen.

De kleine boeren in Eersel legden zich verder toe op de huisindustrie. Een van die huisindustrieën was het maken van sigaren. In 1904 stichtten Henri en Sjaak Wintermans in Duizel met een investeringskapitaal van 200 gulden een sigarenfabriek. Dertig jaar later trok Henri met zijn zoon Adriaan naar Eersel om daar een eigen fabriek te beginnen. De wereld overtrekkend kocht hij tabak aan en zocht nieuwe markten. Zo exporteerde hij in 1948 al sigaren naar Australië. Voor de Franse markt ontwikkelde hij de Café Crème sigaar, een cigarillo (kleine sigaar) die wereldwijd nog steeds een van de meestverkochte is. In Nederland heeft de gemeente Eersel dan ook de grootste sigarenindustrie (ook Duizel, waar het bedrijf van zijn broer uiteindelijk werd omgedoopt in AGIO, heeft nog steeds een sigarenfabriek). In 1966 werd Henri Wintermans Sigaren overgenomen door Britisch American Tobacco en in 1996 door de Scandinavian Tobacco Group.

Arm zijn de zaligheden niet meer. Eersel ligt aan de A67 van Venlo via Eindhoven naar Turnhout. Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebied onderdeel van het suburbane gebied van Eindhoven, inmiddels de slimste regio van de wereld.

De minicamping in Eersel heet w’tjewel. Wat je nog niet over Eersel weet na het lezen van dit bericht weet ik echter niet.




Eersel ligt hier.

woensdag 15 juni 2011

Bartlehiem

Bartlehiem is een gehucht bij Oudkerk en Wijns in de Friese gemeente Tietjerksteradeel. Een klein deel van het gehucht ligt in de gemeenten Ferwerderadeel en Leeuwarderadeel.
In 1170 werd op de plek van Bartlehiem een nonnenklooster gesticht door de abt van het belangrijke Praemonstratenzer klooster Mariëngaarde onder Hallum.  Deze naam verbasterde later tot Bartlehiem.
Bartlehiem is natuurlijke wereldberoemd dankzij de Elfstedentocht, waarbij schaatsers het gehucht twee keer passeren, op weg naar en terug uit Dokkum. Ondanks de gunstige ligging aan de kruising van waterwegen is het nooit uitgegroeid tot een groot dorp. Er is geen school. Een jachtwerf, een beeldhouwer en een aantal boeren hebben er wel hun vestigingsplaats gekozen. Verder werd er in 1893 een zuivelfabriek gesticht, die in 1957 weer sloot.
Het gebouw staat er nog en is in 2010 verbouwd tot 16 wooneenheden voor (dementerende) ouderen. Dit zorgt voor een bijzonder demogafisch effect. De bevolking in kleine dorpen op het platteland neemt in Nederland over het algemeen af. Met de opening van het zorgcentrum in Bartlehiem neemt de bevolking hier echter met 20% toe! Er waren op 1 januari 2010 ongeveer 70 inwoners. Maar door de leeftijdsopbouw van de bevolkingsinstroom is het ook waarschijnlijk dat het sterftecijfer van Bartlehiem aanzienlijk zal stijgen de komende jaren. Hoe paradoxaal ook, het lijkt me een gezonde ontwikkeling. Meer informatie over het zorgcentrum vind je hier.


Er zijn  redelijk wat pleisterplaatsen en een minicamping op deze kruising van waterwegen.
Bartlehiem ligt hier

dinsdag 14 juni 2011

Ossenzijl

Ossenzijl ligt bij een kruispunt van waterwegen. Het natuurlijke water is de Linde, de grensrivier met Friesland. Vanuit het zuiden komt de Kalenbergergracht, die het veengebied de Weerribben ten zuiden van het dorp ontsluit. De naam van het dorp komt waarschijnlijk voort uit de naam van de familie Osse, die de sluis tussen deze twee wateren beheerde. Verder loopt van Ossenzijl een kanaal van de Linde naar Steenwijk.
Door die ligging is Ossenzijl een recreatiedorp. Er zijn veel aanmeermogelijkheden voor watersporters. De recreatie zorgt ook voor relatief veel werkgelegenheid. Er zijn 38 bedrijven in Ossenzijl met 141 arbeidsplaatsen. Dat is relatief veel voor een dorp van 500 inwoners. Daarnaast werken Ossenzijlers ook buiten het dorp. Het aantal bijstandstrekkers in Ossenzijl is dan ook vrijwel nihil.
De minicamping in Ossenzijl heet de Stille Verkwikking.

Ossenzijl ligt hier.

maandag 13 juni 2011

Nieuwerkerk

Nieuwerkerk in op Schouwen Duiveland is een ringdorp. Zeeuwse dorpen hebben drie grondvormen:
·         het voorstraatdorp, opgebouwd langs een hoofdstraat, al dan niet met een haven
·         het dijkdorp, ontstaan langs een dijk
·         het ringdorp, ontstaan rond de kerk, met daaromheen een cirkelvorminge begraafplaats en in de oorspronkelijke vorm een gracht. De kerk ligt vaak op een kleine verhoging, maar niet zo sterk zoals bij de terp- en wierdedorpen in Groningen en Friesland. Net als in de meeste andere dorpen is de gracht ook in Nieuwerkerk gedempt. De bebouwing rond de ring is vaak gesloten en de andere straten komen er op uit. Ringdorpen zijn ontstaan in en ten tijde van de eerste bedijkingen in Zeeland, het oude land.
Wat de kerkring in Nieuwerkerk bijzonder maakt is de bebouwing aan de binnenzijde van de ring. Die is zeldzaam. De kerk van Nieuwerkerk was uniek door zijn vrijstaande zeshoekige toren. Die werd in de Tweede Wereldoorlog vernield, maar is in 1976 weer opgebouwd.
Nieuwerkerk werd zwaar getroffen tijdens de watersnoodramp. In de stormnacht werden twee kinderen geboren die met hun moeders om het leven zijn gekomen.

De minicamping in Nieuwerkerk was in 2010 de beste minicamping van Zeeland.

Nieuwerkerk ligt hier

zaterdag 11 juni 2011

Dorpen met een minicamping

Met de zomer in aantocht trekt Nederland er weer op uit om te kamperen. Het Hemelvaartweekend was wat het weer betreft fantastisch en ook Pinksteren levert geen slecht kampeerweer. Om het lawaai van de autocrosses op tweede pinksterdag, het thema van vorige week, een beetje te compenseren, deze week dorpen met een minicamping.

donderdag 9 juni 2011

Harmelen

Harmelen is een kerkdorp aan de Oude Rijn ten westen van Utrecht. De ligging rond het water stamt uit de middeleeuwen. Voor de bedijking van de rivieren veranderde de Rijn nogal eens van bedding. In de eerste millennia na de ijstijden had de rivier nog een vlechtend karakter, de afvoer was onregelmatiger dan tegenwoordig en in perioden met veel waterafvoer, was er ook veel afzetting van sediment, waardoor de rivier in rustiger perioden weer snel dicht kon slibben. Bij een volgend hoogwater kon de rivier zich dan verleggen.
Geleidelijk werd de bedding echter vaster. De hoofdstroom van de Rijn langs Utrecht, Vleuten en Harmelen en Woerden verder naar Katwijk was lange tijd de belangrijkste. In de twaalfde eeuw voor Christus ontstond er een kortere nevengeul tussen Utrecht en Harmelen langs het huidige De Meern, die in de Romeinse tijd als grens van het Romeinse Rijk diende. Later werd deze Leidsche Rijn gekanaliseerd.
In de vroege middeleeuwen was de Oude Rijn via Katwijk nog bevaarbaar en belangrijk voor de internationale handel. Dorestad, een belangrijk handelscentrum in de vroege middeleeuwen lag aan de rivier (ter hoogte van het tegenwoordige Wijk bij Duurstede). Toen in de tiende eeuw de Lek de hoofdstroom van de Nederrijn werd, slibde de Oude Rijn langzaam dicht. Samen met de invallen van de Vikingen betekende het de ondergang van Dorestad.
Voor Harmelen begon de geschiedenis toen echter. Hoewel de plaats waar het dorp nu ligt in de Romeinse tijd vrijwel zeker bezocht en misschien wel bewoond werd en er in de vroege middeleeuwen een Frankische legerplaats gevestigd was, werd het pas een veilige plek om te wonen toen de Rijn zich koest ging houden en er dijken werden aangelegd. Dat was vanaf de 12e eeuw.

De geplande autocross op tweede pinksterdag gaat dit jaar wegens het gebrek aan een geschikt weiland niet door.


Harmelen ligt hier

Marknesse

Marknesse is met bijna 4000 inwoners na Emmeloord het grootste dorp in de gemeente Noordoostpolder. Bij het ontwerp van de polder werden de dorpen op gelijkmatige (fiets)afstand van Emmeloord gepland. Voor dagelijkse voorzieningen konden de mensen in het dorp terecht, voor voortgezet onderwijs, een ziekenhuis en wat meer gespecialiseerde winkels kon men naar Emmeloord. Dat waren de plannen van voor de Tweede Wereldoorlog.
Na het droogvallen van de polder in 1942 en de bouw van de dorpen, veranderde de schaal van de landbouw en de samenleving echter snel. De middenstand in de dorpen kreeg het zwaar. Mensen uit de Noordoostpolder gingen ook buiten de polder werken. De grootste dorpen liggen nu dan ook aan de verbindingswegen van de polder naar het vasteland: in 2011 zijn Marknesse (weg naar Steenwijk en Meppel), Ens (weg naar Kampen) en Luttelgeest (ook nabij Steenwijk en Meppel) en Tollebeek (weg naar Urk met veel werkgelegenheid) de grootste dorpen. Creil, Espel en Rutten aan de westzijde horen bij de kleinere.
Tussen Marknesse en Luttelgeest is bovendien veel tuinbouw, terwijl verder in de Noordoostpolder vooral veel arbeidsextensievere akkerbouw plaatsvindt.
De autocross in Marknesse is een erg lokaal verschijnsel:  Er zijn 72 deelnemers, waarvan 67 Marknessenaren.
Marknesse ligt relatief hoog in de polder. Er is een sluis naar het diepere deel van de polder. Het dorpsblad is ernaar vernoemd.

Marknesse ligt hier

woensdag 8 juni 2011

Meerkerk

Meerkerk is de grootste plaats in de gemeente Zederik in het oosten van de Alblasserwaard. Het typische veenweidelandschap rond het dorp wordt nog steeds opgesierd door de Bonkmolen, een grote wipwatermolen, die de polder Lakerveld drooghield.
Het dorp ligt aan het (ter plaatse) in 1886 gereedgekomen Merwedekanaal, de verbinding tussen de Amsterdamse havens en de Merwede bij Gorinchem. Het kanaal moest Amsterdam een sterkere concurrentiepositie verschaffen ten opzichte van Rotterdam, dat een betere achterlandverbinding had. Door de sluizen en draaibruggen, was de Amsterdamse route echter niet ideaal. In 1931 werd besloten tot de aanleg van het Amsterdam-Rijn Kanaal, waarvan het noordelijke gedeelte samenviel met het Merwedekanaal. Vanaf Utrecht volgde dat kanaal echter een eigen tracé, zonder sluizen en met hoge bruggen.  Tegenwoordig is het Merwedekanaal vooral van belang voor de pleziervaart.
Een belangrijke blikvanger voor het verkeer dat op enige afstand Meerkerk over de A27 passeert is de watertoren uit 1936. Deze bijna 60 hoge toren is een van de eerste watertorens die in beton werd uitgevoerd.
De autocross in Meerkerk is overigens niet het enige gemotoriseerde sportevenement in het dorp. In augustus is er ook een wedstrijd tractorpulling.
Meerkerk ligt hier

dinsdag 7 juni 2011

Andijk

Andijk heeft haar  naam te danken aan haar ligging aan de dijk. Vanuit de stede Broec, Grootebroek, waar het als buurt vroeger onder viel, ligt het namelijk aan de dijk. In 1811 werd het een zelfstandige gemeente en weer 200 jaar later werd Andijk bij de gemeente Medemblik gevoegd.
Net als de rest van de Streek, zoals dit gebied in West Friesland wordt genoemd, speelde de vollegrondstuinbouw (kool, bloembollen en aardappelen) lang een belangrijke rol in de plaatselijke economie.
Landelijk is Andijk vooral bekend vanwege de proefpolder die de eerste concrete oefening was in het droogleggen van de Zuiderzee, zoals in 1918 door de Tweede Kamer werd besloten. Men wilde vooral ervaring opdoen met het in cultuur brengen van gronden met een hoog zoutgehalte. De eerste grote polder, de Wieringermeer, werd immers aangelegd voor de sluiting van de Afsluitdijk, en kende daardoor een hoog zoutgehalte.
Na het droogvallen van de proefpolder  werd daarom begonnen met de bouw van een boerderij en laboratoria voor landbouwkundig, bodemkundig en microbiologische onderzoek, er werden processen als ontzilting, inklinking en opdroging onderzocht en er werden proeven gedaan voor de beste manier van grondbewerking en de keuze van gewassen.
De in de zomer van 1927 drooggevallen polder kon al in 1929 geheel in gebruik worden genomen voor de landbouw. Met deze ervaringen werd de ontwikkeling van de Wieringermeer (drooggevallen in 1930) versneld.

Tegenwoordig is in de proefpolder een groot bungalowpark gevestigd.
De autocross van Andijk begint as. maandag om 12.00 uur. Als je deel wil nemen, moet je je rijbewijs meenemen!
Andijk ligt hier

maandag 6 juni 2011

Kollum

Een Leeuwarder leerde mij ooit, In Kollum bin’de minsken bedaard en in Birdaard bin’de minsken kollum. Dit om aan te geven dat de mensen in de dorpen in het noorden van Friesland rustig en bedaard zijn.
Heel bedaard is Kollum echter ook weer niet. Het is zelfs een vlek, een groot dorp, dat geen stadsrechten had, maar al in de middeleeuwen wel stedelijke kenmerken. De plaats is ontstaan op de plek waar de Voorstraat, de doorgaande weg door het dorp, de Zijlsterried, de verbinding met de Waddenzee, kruist. Het was daardoor een geschikte plek voor handelaren en ambachtslieden. Het Kollumers is zelfs een eigen dialect, een variant op het stadsfries. Ik ben benieuwd wat ze in Kollum over Leeuwarden zeggen…
Kollum ligt op een overgang in het landschap van zand en veen (zuid) naar klei (noord). De Zijlsterried die van het zuiden naar het noorden afwaterd, was kort na de middeleeuwen al een afvoerweg voor boter, kaas en graan. Toen het dorp in de 16e eeuw een eigen waag kreeg, werd het een serieuze concurrent voor de kaashandel in Dokkum. In de twintigse eeuw zag de kaasproducent Frico in deze geschiedenis aanleiding om een kaas naar het dorp te vernoemen: Kollumer kaas, gemaakt van rauwe melk en iets pittiger. Tegenwoordig kun je op www.kollumerkaas.nl via internet kaas bestellen.
De autocross in Kollum wordt gehouden op een harde kleibaan. Er wordt sinds 1980 gecrosst met Kevers.
Kollum ligt hier

zondag 5 juni 2011

Dorpen met een autocross op tweede pinksterdag

Rond Hemelvaart en Pinksteren wordt er in Nederland op veel plaatsen gecrosst met auto's en motoren. Zo zijn er op tweede pinkesterdag zes autocrossen. Ze worden vooral ten noorden van de rivieren gehouden. Morotcrossen is meer iets van de Achterhoek (vandaag, zondag na hemelvaart motorcross in Hengelo (Gld), bekend van Oerendhard van Normaal!) en de provincies ten zuiden van de rivieren. Mogelijk heeft deze verdeling iets te maken met de grondsoort waarop wordt gecrossed. Autos crossen op alle grondsoorten, motoren vooral op zand, kennelijk is (natte) klei te glad voor tweewielers.

Deze week vijf dorpen met een autocross op tweede pinksterdag. De zesde is in Holterhoek bij EIbergen, maar Eibergen was al dorp van de dag in de week voor Pasen (vanwege het paasvuur).

vrijdag 3 juni 2011

Nieuwerkerk aan den IJssel

Nieuwerkerk aan den IJssel was tot voor kort de langste gemeentenaam in Nederland, die maar uit een plaatsnaam bestond. Sinds 2010 maakt het dorp van 23 letters deel uit van de gemeente Zuidplas.
Vlakbij Nieuwerkerk ligt het laagste punt van Nederland. Dat dreigde in 1953 bij de watersnoodramp meer dan zes meter onder water te komen. Bij Nieuwerkerk was een gat van 14 meter in de dijk van de Hollandse IJssel geslagen. De burgemeester sommeerde een schipper zijn schip voor het gat de manoeuvreren. Hij voer de boeg van het schip in de dijk, waardoor het schip door het stromende water in het gat in de dijk werd geduwd. Het schip werd vervolgens vol zand geladen.
Nog steeds is de Hollandse IJssel een getijdenrivier met open verbinding met de zee. Bij stormvloed kan de rivier echter wel worden afgesloten met de Stormvloedkering bij Krimpen aan de IJssel, waarvan in januari 1954 met de bouw werd begonnen. Het wordt gezien als het eerste onderdeel van de Deltawerken. De stormvloedkering wordt nog steeds zo’n 5 tot 6 keer per jaar gesloten. Veel vaker dus dan de Maeslantkerking in de Nieuwe Waterweg, die pas bij zeer extreme omstandigheden sluit.

Nieuwerkerk aan den IJssel ligt hier.

donderdag 2 juni 2011

Schraard

Schraard is de langste plaatsnaam in Nederland die uit een lettergreep bestaat. Het dorp is ontstaan op de kwelderwal van de Marneslenk en heet in de eerste geschriften Scadawerth (1270). Het was dus ooit wel een samengestelde naam, het suffix –werth verwijst naar de terp waar het dorp op ligt.
Schraard is klein, maar heeft wel een beschermd dorpsgezicht.
Het dorpje Schraard is één van de vijf bedevaartsplaatsen in Fryslân. Deze status dankt het dorp aan het hostiewonder in het jaar 1410. Schraard ligt tussen Bolsward en Makkum en telt zo’n tweehonderd inwoners. In het dorp staan veel authentieke panden, die sinds 1988 behoren tot het beschermd dorpsgezicht. Schraard was in de 18de en 19de eeuw een belangrijke plaats voor handel in hooi, enkele hooischren in het dorp herinneren daar nog aan. De hervormde kerk uit de 13e eeuw is het oudste gebouw en plaats delict van een wonder in 1410: Op het altaar vond de pastoor een bloedende hostie. Op zijn verzoek verleende de Paus vier jaar later een aflaat aan het kerkbezoek. Het maakte Schraard tot een van de weinige bedevaartsoorden in Friesland. Lang heeft het bezoek overigens niet geduurd en veel heeft het de kerk ook niet opgeleverd (Bron:Meertens Instituut).
Schraard heeft wel een wijd en zijd bekend muziekkorps: Excelsior. Er zijn 35 leden, niet gek voor een dorp van 200 inwoners! Ze hebben iets met lange thema's: op 24 juni wordt er een langste dag concert georganiseerd.

 
Schraard ligt hier

woensdag 1 juni 2011

Westerhaar-Vriezenveensewijk

Westerhaar-Vriezenveensewijk is echt de langste plaatsnaam van Nederland. De naam Westerhaar wijst op een ligging ten westen van een natuurlijke zandrug, de haar, waarop het klooster van Sibculo is gebouwd.
Het naamdeel Vriezenveensewijk stamt uit de tijd van de veenontginning in het gebied. Er worden toen wijken (kanalen) gegraven voor de grootschalige vervening van de Engbertsdijksvenen. De Vriezenveensewijk was simpelweg de wijk aan de kant van Vriezenveen.
De ontginning van het gebied kwam pas laat op gang door de afgelegen ligging ten opzichte van de afzetmarkten van turf. 1885 wordt beschouwd als het stichtingsjaar van het dorp, toen de eerste steen werd gelegd voor de school. Er was toen al wel de boerenbebouwing van Westerhaar. Het veen is niet helemaal afgegraven. Ten oosten van het dorp ligt nog een restant van de Engbertsdijksvenen, een fraai nat natuurgebied van ongeveer 1000 ha groot.
Tegenwoordig heeft het dorp 4750 inwoners. De ligging aan de rand is nooit verdwenen, de gemeente ligt tegenwoordig in de gemeente Twenterand.

Westerhaar-Vriezenveensewijk ligt hier